"Functioneel insuline resistent". In gesprek met Eric Laarakker.

Door mijn werk als assistente bij de Holistische praktijk voor dieren Den Hoek hoor ik nog weleens wat termen voorbij komen. Onlangs hoorde ik Eric met een klant praten over “functioneel insuline resistent”. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt, wat bedoelde hij hier precies mee? Tijd voor een gesprek!

Insuline resistentie

Ik weet dat insuline resistentie inmiddels een algemeen en vrij groot probleem is geworden. Zeker onder de wat sobere paardenrassen, maar vergis je niet, ook gewoon een “sportpaard” kan insuline resistent zijn of worden.

Insuline is een hormoon dat gevormd wordt in de alvleesklier. De belangrijkste functie van insuline is om, met behulp van zogenoemde insulinereceptoren die op de celwand zitten, glucose vanuit het bloed te transporteren door de celwand, de cel in. Eenmaal in de cel kan glucose verbrand worden om arbeid te verrichten (bijvoorbeeld in de spieren of de hersenen), of om opgeslagen te worden (vet). Bij insuline resistentie is het suikeraanbod te hoog voor de insuline om dit om te kunnen zetten in de betreffende systemen, onder andere de lever.

In jong voorjaarsgras zitten veel suikers, insuline resistentieklachten zoals hoefbevangenheid manifesteren zich dus voornamelijk in het voorjaar. Opvallend was dat we dit jaar veel paarden hadden die al hoefbevangen waren zonder dat ze op het gras kwamen.

Hoe verklaren we dit? En hoe kunnen we dit “functioneel” noemen?

Functionele insuline resistentie

Eric vertelt:

“In oorsprong kwamen de paarden schraal uit de winter. Om te overleven moest er zo snel mogelijk, zo veel mogelijk vet worden opgeslagen. Alles wat er binnen kwam aan suikers moest dus onmiddellijk opgeslagen worden als vet. In het najaar gebeurde er eigenlijk precies hetzelfde, paarden worden “functioneel insuline resistent” om zoveel mogelijk vet op te slaan om daarmee de winter door te komen.

De natuur voldoet hieraan door de maximale hoeveelheid suikers met name in het voor- en najaar in het gras te zetten.

Inmiddels is het allang niet meer functioneel om in het voor- en najaar zoveel suikers om te zetten in vetten omdat we tegenwoordig de paarden in de winter niet meer laten “uithongeren”. Paarden gaan eigenlijk net zo dik het voorjaar in, misschien zelfs nog wel dikker omdat ze in de winter minder bewegen. Ze kunnen überhaupt die suikers dus niet meer verwerken.

De voedingssoorten die wij onze paarden nu geven is niet hun natuurlijke voer. In oorsprong liep een paard over de prairie en scharrelden ze wat grassen, kruiden en takjes. Bijna al het gras wat wij onze paarden tegenwoordig geven is Engels Raaigras. Engels Raaigras heeft als kenmerk dat het enorm suikerrijk is en is eigenlijk bedoeld voor de melkproductie van de koe.

Ook het hooi mag niet onderschat worden, want het meeste hooi wat wij hebben is voorjaarshooi en dus erg suikerrijk.

Het beste gras, en dus ook hooi, is het meest doorgeschoten en uitgegroeide gras. Hier zit relatief het minste suiker in.

Verder krijgen de meeste paarden tegenwoordig veel biks. In het meeste biks zit veel zetmeel en zetmeel is lang geketende suiker. Het is ook erg oppassen als er ergens opstaat “suikerarm voer”, vaak is dan alleen de melasse eruit gehaald maar zit het verder nog vol met zetmeel.

Het is een illusie om te denken dat een paard zo snel geëvalueerd is dat het nu helemaal aangepast is. Het huidige paard is een erfenis van miljoenen jaren evolutie. Genen passen zich maar langzaam aan, met als resultaat dat we op dit moment leven met genetische informatie van 30.000 tot 40.000 jaar geleden. Wij zijn als mens zelfs maar een half procent genetisch veranderd in duizenden jaren. “

Klimaatverandering

Tot zover voor mij een duidelijk verhaal, maar hoe verklaren we dan al die hoefbevangen paarden in de winter?

Eric: “De aarde is erg aan het opwarmen, de winters worden steeds warmer. Wij zijn en blijven, of we nu willen of niet, natuurproducten en zijn afgestemd op het ritme van de natuur. Door de global heating zien we dat de seizoenen van nu, de seizoenen van vroeger niet meer zijn. Vroeger kon je de klok erop gelijk zetten dat de stofwisselingsomslag plaats vond rond 21 april en rond 21 september, de “functionele insulineresistentie”.

Maar we hebben geen strenge winters meer, waardoor het in januari soms alweer voorjaar lijkt. Boven de 10 graden gaat gras groeien. Daardoor zien we dat de paarden die normaal pas problemen krijgen in het voorjaar, nu in de winter al klachten krijgen. In de afgelopen winters waren er aanzienlijk meer paarden hoefbevangen. Deze paarden staan misschien niet allemaal in het weiland, maar krijgen evengoed suikers binnen via hooi en andere voeding en zodra het lichaam “functioneel insuline resistent” wordt gaat het suikers opslaan in de vorm van vet. Het gaat dus steeds lastiger worden om de standaard ritmes aan te houden. Er zal steeds vaker ook in de winter ingegrepen moeten worden. Je kan dit zelf inschatten door de temperatuur goed in de gaten te houden, maar het belangrijkste is het klinische beeld van paard. Het vet op de manenkam en bij de staartaanzet, gevoelig lopen, stijfheid en jeuk.”

Uiteraard is dit nog maar in een notendop wat er komt kijken bij insuline resistentie en de daarbij behorende klachten zoals hoefbevangenheid en staart en maneneczeem.

Ook de behandeling hiervan is niet in 2 regels te beschrijven.