Het oudere paard en de 5 elementen

De oorsprong van de 5 elementen is te vinden in de Chinese geneeskunde (Wu Xing) en is één van de belangrijkste pijlers van de acupunctuur.
Je kunt ermee karakters herkennen, past je paard wel bij je?
Maar het heeft ook invloed op de omgang met mensen en soortgenoten, huisvesting, training, voeding én gezondheid.
De 5 types zijn: hout, vuur, aarde, metaal en water. Meestal is een dier niet 100% 1 type, maar een combinatie van types. Vaak zie je dan wel dat 1 bepaald element dominant overheerst, maar er zijn ook dieren waarbij alle elementen even sterk aanwezig zijn. Als je weet wat voor type paard je hebt kun je hier ook mee rekening houden als je je paard een fijne oude dag wilt bezorgen.

Een fijne oude dag per type

Houtpaarden

Houtpaarden zijn de onvermoeibare, harde werkers met veel energie.
Ze nemen graag de leiding en zijn door hun impulsieve gedrag zeer gevoelig voor blessures.
Het houtpaard kan niet tegen zijn “verlies”, raakt dan gefrustreerd.
Vaak zijn deze dieren atletisch en gespierd en hebben ze een carrière als spring,- of renpaard. Dit karakter komt vaak voor bij volbloeden en warmbloeden.
De zwakke organen zijn de lever en gal.
Houtpaarden zijn vatbaarder voor krampkoliek, darmstoornissen, stemmingswisselingen, problemen aan de pezen, banden en ogen en gewelddadig gedrag.

Een houttype op pensioen zetten is bijna onmogelijk. Het kan wel, maar dan moet hij in een actieve kudde geplaatst worden. Vaak doe je ze er een groter plezier mee om ze gewoon (eventueel aangepast) door te laten werken. Dit soort paarden wil “strijdend” ten onder gaan, ze willen nuttig zijn. Daarom is het wel erg belangrijk ze in de gaten te houden. Ze zijn in staat om zichzelf dood te lopen, mede door hun hoge pijngrens.
Houtpaarden, en zeker de wat oudere houtpaarden, houden niet van tocht.
Oude blessures kunnen bij deze types sneller opspelen. Pezen en banden hebben vaak extra aandacht nodig:  ondersteun dit met kruiden of supplementen.
Ze zijn gevoeliger voor spondylose en PPID.

 

Vuurpaarden

Vuurpaarden staan bekend als lieflijke, aanhankelijke aandachtstrekkers.
Enthousiaste en levenslustige types! Maar ook nerveus, met stemmingswisselingen en besluiteloos.
Ze houden van interactie met mensen en soortgenoten.
Het zijn echte showpaarden: dol op aandacht en in de spotlight staan. Vaak met een carrière als dressuurpaard. Dit karakter komt vaak voor bij warmbloedpaarden zoals Arabieren, Trakehners en Andalusiërs.
Vuurpaarden zijn moeilijke eters: “wat de boer niet kent dat eet hij niet” en treuzelen vaak met eten.
Ze zijn (over)gevoelig voor pijn en reageren daar dan ook heftig op.
Zwakke organen bij vuurtypes zijn het hart en de dunne darm, hierdoor zijn ze vatbaarder voor aandoeningen aan de spijsverteringsorganen (met name de dunne darm) en een slechte bloedsomloop (hart).

Bij de senioren vuurtypes is het in grote lijnen hetzelfde als met de houttypes, alleen hoeven de vuurtypes niet perse te werken, bij hen gaat het vooral om de aandacht.
Ze moeten het gevoel houden dat ze belangrijk zijn. Ze willen blijven schitteren, ook op hun oude dag. Laat ze op stal zich nog steeds belangrijk voelen, geef ze een prominente plek. Een rusthuis kan wel, maar dan met regelmatig wandelingen, poetsbeurten en vertroetelsessies.
Het zijn kouwelijke types, helemaal als ze ouder worden.
Door verslechtering van het hart moeten plotselinge en overmatige inspanningen voorkomen worden.

 

Aardepaarden

De vriendelijke, betrouwbare alleseter: dat is echt het aardepaard.
Dit karakter komt vaak voor bij Haflingers, Fjorden en Shetlanders.
Ze zijn bomvast, geduldig, tolerant en heel lief voor kinderen. Maar daartegenover staat dat ze ook vrij lui en sloom kunnen zijn met een slechte concentratie.
Het zijn veelvraten, aardetypes houden van eten.
Zwakke organen zijn de maag en milt/pancreas.
Ze zijn vatbaarder voor: vervetten, maagproblemen, gaskoliek, overmatige speekselvorming, vermoeidheid, een zwakke bespiering, spijsverterings- en darmproblemen en voedselallergieën.

Het oudere aardepaard houdt wel van gezelligheid, maar staat toch het liefst de hele dag te eten.
Rust roest en zeker voor aardepaarden, ze worden snel veel te dik! Dus beweging en rantsoenbeperking is heel belangrijk bij deze types, óók als ze met pensioen gaan. In een rusthuis, in een kudde kan een aardepaard prima een oude dag beleven. Voorkom wel een vochtige stal.
Deze types, helemaal die al op leeftijd zijn, zijn extra gevoelig voor PPID, hoefbevangenheid en Metabool syndroom.

 

Metaalpaarden

No-nonsens en ongecompliceerde, rustige volgers. Dat zijn de metaaltypes.
Deze paarden hebben vaak een carrière als endurance,- of westernpaard. Dit karakter komt dan ook vaak voor bij Quarter Horses en IJslanders.
Ze houden niet van chaos en spanning. Wordt een metaaltype niet eerlijk behandeld? Dan verdwijnt hij in zijn “metalen” schulp en is er weinig contact meer mee te krijgen.
Het zijn koelbloedige, harde werkers en recht door zee.
Zwakke organen bij deze types zijn de longen en dikke darm, hierdoor zijn ze vatbaarder voor luchtwegproblemen, dikke darmproblemen en huid- en vachtproblemen.

Metaalpaarden kun je heel gemakkelijk op pensioen zetten. Ze leven nu eenmaal graag in hun eigen wereld en vermaken zich daar prima. In een wei waar ze lekker wat kunnen scharrelen zijn ze gelukkig. Kijk er niet van op als ze zich van je vervreemden als je ze nog maar weinig in handen hebt.

Waterpaarden

Waterpaarden zijn de mooie, ingetogen eenlingen.
Van nature een eenling, teruggetrokken en wantrouwig.
Waterpaarden hebben een enorme behoefte aan een trainer die hen wil begrijpen, een “sterke” ruiter maakt ze bang. Watertypes hebben veel geduld en rust nodig.
Dit karakter komt voor bij alle rassen.
In balans heeft het waterpaard een glanzende vacht, schitterende manen en staart en een welgevormd en sterk lichaam. Het zijn vaak hele intelligente dieren die door hun angst onderschat kunnen worden.
Zwakke organen zijn de nieren en blaas.
Ze zijn vatbaarder voor: problemen onderrug, blaasproblemen, zwakke botten of tanden, hormonale veranderingen of slechte lichamelijke ontwikkeling.

Watertypes zijn eigenlijk het makkelijkst van alle types op pensioen te zetten, want met rust gelaten worden vinden ze fijn. Als je als eigenaar niet wilt dat ze zich helemaal isoleren, zal je nog regelmatig contact met ze moeten maken.
Het zijn uitstekende opvoeders en zijn dus erg op hun plaats in een gemengde kudde. Meestal is een (oudere) watermerrie de leider van een kudde. Hiervoor moet ze wel in balans zijn, ze moet het water (en dus de angst) onder controle hebben. Dan is ze alert en met een enorme wilskracht een geweldige leider.
Waterpaarden hebben het wel snel koud en zijn snel stijf. Ze zijn gevoelig voor artrose, met name in de rug.

 

Kijk goed naar je paard, doe je hem/haar nog een plezier met af en toe een bosritje? Kan die misschien fungeren als leerpaard voor een jongere ruiter?
Met deze kennis kan je je oude paard de oude dag geven die hij verdiend en waar hij gelukkig van wordt. Houd de zwakke plekken/organen in de gaten en ondersteun indien nodig met supplementen.